Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie H
- huishoudschooltje
- huishoudschooltjes
- huishoudster
- huishoudsters
- huishoudstertjes
- huishoudt
- huishoudwater
- huisje
- huisje-boompje-beestje
- huisjes
- huisjesmelker
- huisjesmelkerij
- huisjesmelkerijen
- huisjesmelkers
- huisjesslak
- huisjesslakje
- huisjesslakjes
- huisjesslakken
- huiskamer
- huiskamerrestaurant
- huiskamerrestaurantje
- huiskamerrestaurantjes
- huiskamerrestaurants
- huiskamers
- huiskamertje
- huiskamertjes
- huiskat
- huiskatje
- huiskatjes
- huiskatten
- huislook
- huisman
- huismannen
- huismannetje
- huismannetjes
- huismeester
- huismeesters
- huismeestertje
- huismeestertjes
- huismerk
- huismerken
- huismerkje
- huismerkjes
- huismoeder
- huismoeders
- huismoedertje
- huismuis
- huismuisje
- huismuisjes
- huismuizen
- huismus
- huismusje
- huismusjes
- huismussen
- huisnummer
- huisnummers
- huisnummertje
- huisnummertjes
- huisonderwijs
- huisonderwijzer
- huisonderwijzers
- huisraad
- huisregel
- huisregels
- huisregeltje
- huisregeltjes
- huisschilder
- huisschilders
- huisschildertje
- huisschildertjes
- huissleutel
- huissleutels
- huissleuteltje
- huissleuteltjes
- huisspoken
- huisspook
- huisspookje
- huisspookjes
- huisstijl
- huisstijlen
- huisstof
- huisstofmijt
- huisstofmijten
- huist
- huistaak
- huistaken
- huistelefoons
- huistelefoontje
- huistelefoontjes
- huisvader
- huisvaders
- huisvadertje
- huisvadertjes
- huisvest
- huisvesten
- huisvestend
- huisvesting
- huisvestingen
- huisvestingsmaatschappij
- huisvestingsmaatschappijen
