Gepubliceerd op 04-12-2017

huisman

betekenis & definitie

huisman - Zelfstandignaamwoord
1. De moderne mannelijke tegenhanger van een huisvrouw.
Kortom, gezinnen met twee ouders en eenoudergezinnen bij elkaar opgeteld hebben 235.000 mannen die fulltime of bijna fulltime zorgen. (2010).

Woordherkomst
samenstelling van huis en man