• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

Nederlandstalige WikiWoordenboek

Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Gepubliceerd op 04-12-2017

huist

betekenis & definitie

huist - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huizen
♢ Jij huist
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huizen
♢ Hij huist
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van huizen
♢ huist!

< > Bronvermelding

Alsjeblieft
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie!

Gerelateerd

  • Betekenis van huist
  • huist vervoegen
  • Spreekwoorden met huist
  • Lukraak woord

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Afkorting
  • Vervoegen
© 2025 Ensie | Hosted by Rootnet

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden

Bronnen

Bronnen:

  • CC BY-SA 3.0
  • Wiktionary huist