Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie C
- Canadeest
- Canadeeste
- Canadese
- Canadesen
- Canadeser
- Canadesere
- Canadesers
- Canadezen
- canaille
- canailles
- canapé
- canapeetje
- canapeetjes
- canapés
- canard
- canards
- Canariër
- Canariërs
- Canarisch
- Canarische
- Canarische Eilanden
- Canarischen
- Canarischer
- Canarischere
- Canarischers
- Canberra
- cancerologen
- cancerologie
- canceroloog
- canceroloogje
- canceroloogjes
- candela
- candela's
- candidiasis
- cannabis
- cannabisteelt
- canneleer
- canneleerde
- canneleerden
- canneleert
- canneleren
- cannelerend
- cannelloni
- cannelure
- cannelures
- canneluretje
- canneluretjes
- canofobie
- canolaolie
- canonicaat
- canonicaatje
- canonicaatjes
- canoniek
- canonieke
- canonieker
- canoniekere
- canoniekers
- canonieks
- canoniekst
- canoniekste
- canonisatie
- canonisaties
- canonisatietje
- canonisatietjes
- canoniseer
- canoniseerde
- canoniseerden
- canoniseert
- canoniseren
- canoniserend
- canonisering
- canoniseringen
- canons
- cant
- Cantabers
- Cantabrië
- Cantabriër
- Cantabriërs
- Cantabrisch
- Cantabrische
- Cantabrischen
- cantate
- cantaten
- cantates
- cantatrice
- cantatrices
- cantatricetje
- cantatricetjes
- cantharel
- cantharellen
- cantharelletje
- cantharelletjes
- cantor
- cantorij
- cantorijen
- cantors
- cantus
- cantussen
- canule
- canules
