Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aanstellertje
- aanstellertjes
- aanstelling
- aanstellingen
- aanstellinkje
- aanstellinkjes
- aanstelster
- aanstelsters
- aanstelstertje
- aanstelstertjes
- aanstelt
- aansterf
- aansterft
- aansterk
- aansterken
- aansterkend
- aansterkt
- aansterkte
- aansterven
- aanstervend
- aansteven
- aanstevende
- aanstevenden
- aanstevenen
- aanstevenend
- aanstevent
- aansticht
- aanstichten
- aanstichtend
- aanstichter
- aanstichters
- aanstichtertje
- aanstichtertjes
- aanstichting
- aanstichtingen
- aanstichtte
- aanstichtten
- aanstiefel
- aanstiefelde
- aanstiefelden
- aanstiefelen
- aanstiefelend
- aanstiefelt
- aanstierf
- aanstierven
- aanstiet
- aanstieten
- aanstip
- aanstippen
- aanstippend
- aanstipt
- aanstipte
- aanstipten
- aanstokend
- aanstoker
- aanstokers
- aanstokertje
- aanstokertjes
- aanstond
- aanstonden
- aanstonds
- aanstoof
- aanstook
- aanstookt
- aanstookte
- aanstookten
- aanstoot
- aanstootgevend
- aanstootgevende
- aanstootgevender
- aanstootgevendere
- aanstootgevenders
- aanstootgevends
- aanstootgevendst
- aanstootgevendste
- aanstootje
- aanstootjes
- aanstoots
- aanstootte
- aanstootten
- aanstorm
- aanstormde
- aanstormden
- aanstormen
- aanstormend
- aanstormt
- aanstotelijk
- aanstotelijke
- aanstotelijker
- aanstotelijkers
- aanstotelijks
- aanstotelijkst
- aanstotelijkste
- aanstoten
- aanstotend
- aanstoven
- aanstreek
- aanstreep
- aanstreept
- aanstreepte
