Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aanstreepten
- aanstreken
- aanstrepen
- aanstrepend
- aanstrijk
- aanstrijken
- aanstrijkend
- aanstrijkt
- aanstuif
- aanstuift
- aanstuiven
- aanstuivend
- aanstuiving
- aanstuivingen
- aanstuivinkje
- aanstuivinkjes
- aansturen
- aansturend
- aansturing
- aanstuurde
- aanstuurden
- aanstuurt
- aanswitch
- aanswitchen
- aanswitchend
- aanswitcht
- aanswitchte
- aanswitchten
- aantal
- aantallen
- aantallenpiramide
- aantallenpiramiden
- aantallenpiramides
- aantallenpiramidetje
- aantallenpiramidetjes
- aantalletje
- aantalletjes
- aantast
- aantastbaar
- aantastbaarder
- aantastbaardere
- aantastbaarders
- aantastbaars
- aantastbaarst
- aantastbaarste
- aantastbare
- aantasten
- aantastend
- aantasting
- aantastingen
- aantastinkje
- aantastinkjes
- aantastte
- aantastten
- aanteeg
- aanteelde
- aanteelden
- aanteelt
- aantegen
- aanteken
- aantekenaar
- aantekenaars
- aantekenboek
- aantekenboeken
- aantekenboekje
- aantekenboekjes
- aantekende
- aantekenden
- aantekenen
- aantekenend
- aantekening
- aantekeningen
- aantekeningetje
- aantekeningetjes
- aantekent
- aantelen
- aantelend
- aantijg
- aantijgen
- aantijgend
- aantijger
- aantijgers
- aantijgertje
- aantijgertjes
- aantijging
- aantijgingen
- aantijginkje
- aantijginkjes
- aantijgt
- aantik
- aantikken
- aantikkend
- aantikte
- aantikten
- aantocht
- aantochten
- aantochtje
- aantochtjes
- aantonen
- aantonend