Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aanschouwend
- aanschouwing
- aanschouwingen
- aanschouwt
- aanschoven
- aanschreden
- aanschreed
- aanschreef
- aanschreven
- aanschrijd
- aanschrijden
- aanschrijdend
- aanschrijdt
- aanschrijf
- aanschrijft
- aanschrijven
- aanschrijvend
- aanschrijving
- aanschrijvingen
- aanschroef
- aanschroefde
- aanschroefden
- aanschroeft
- aanschroeven
- aanschroevend
- aanschuif
- aanschuiven
- aanschuivend
- aansjor
- aansjorde
- aansjorden
- aansjorren
- aansjorrend
- aansjort
- aansla
- aanslaan
- aanslaand
- aanslaat
- aanslag
- aanslagbiljet
- aanslagbiljetje
- aanslagbiljetjes
- aanslagbiljetten
- aanslagen
- aanslagje
- aanslagjes
- aanslaglijst
- aanslaglijsten
- aanslaglijstje
- aanslaglijstjes
- aansleep
- aansleept
- aansleepte
- aansleepten
- aanslepen
- aanslepend
- aanslib
- aanslibbend
- aanslibbing
- aanslibbingen
- aanslibbinkje
- aanslibbinkjes
- aanslibde
- aanslibden
- aanslibsel
- aanslibsels
- aanslibseltje
- aanslibseltjes
- aanslibt
- aanslijp
- aanslijpen
- aanslijpend
- aanslijpt
- aansloeg
- aansloegen
- aansloop
- aansloot
- aanslopen
- aansloten
- aansluip
- aansluipen
- aansluipend
- aansluipt
- aansluit
- aansluitbaar
- aansluitbaarder
- aansluitbaardere
- aansluitbaarders
- aansluitbaars
- aansluitbaarst
- aansluitbaarste
- aansluitbare
- aansluitdoos
- aansluitdoosjes
- aansluitdozen
- aansluiten
- aansluitend
- aansluiting
- aansluitingen
- aansluitingspunt