Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie A
- aanrijgt
- aanrijroute
- aanrijrouten
- aanrijroutes
- aanrijroutetje
- aanrijroutetjes
- aanrijtijd
- aanrijtijdje
- aanrijtijdjes
- aanroep
- aanroepen
- aanroepend
- aanroept
- aanroer
- aanroerde
- aanroerden
- aanroeren
- aanroerend
- aanroert
- aanrommel
- aanrommelde
- aanrommelden
- aanrommelen
- aanrommelend
- aanrommelt
- aanrotzooi
- aanrotzooide
- aanrotzooiden
- aanrotzooien
- aanrotzooiend
- aanrotzooit
- aanruk
- aanrukken
- aanrukkend
- aanrukt
- aanrukte
- aanrukten
- aanschaf
- aanschaffen
- aanschaffend
- aanschafprijs
- aanschafprijsje
- aanschafprijsjes
- aanschafprijzen
- aanschaft
- aanschafte
- aanschaften
- aanschakel
- aanschakelde
- aanschakelden
- aanschakelen
- aanschakelend
- aanschakelt
- aanscherp
- aanscherpen
- aanscherpend
- aanscherping
- aanscherpt
- aanscherpte
- aanscherpten
- aanschiet
- aanschieten
- aanschietend
- aanschijn
- aanschijns
- aanschik
- aanschikken
- aanschikkend
- aanschikt
- aanschikte
- aanschikten
- aanschoof
- aanschoot
- aanschop
- aanschoppen
- aanschoppend
- aanschopt
- aanschopte
- aanschopten
- aanschoten
- aanschouw
- aanschouwbaar
- aanschouwbaarder
- aanschouwbaardere
- aanschouwbaarders
- aanschouwbaars
- aanschouwbaarst
- aanschouwbaarste
- aanschouwbare
- aanschouwde
- aanschouwden
- aanschouwelijk
- aanschouwelijke
- aanschouwelijker
- aanschouwelijkere
- aanschouwelijkers
- aanschouwelijks
- aanschouwelijkst
- aanschouwelijkste
- aanschouwen
