aanschikt - Werkwoord
1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschikken
♢... dat jij aanschikt
2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschikken
♢... dat hij aanschikt
Gepubliceerd op 31-10-2017
aanschikt
betekenis & definitie