Wanneer de zon onder den horizon is gedaald, verlichten de tegen de wolken en het uitspansel teruggekaatste stralen nog een deel van het aardoppervlak en veroorzaken schemering. Berekeningen hebben aangetoond, dat deze schemering voortduurt, totdat de zon 18° in verticale richting onder den horizon is gedaald.
Gedurende dien tijd wordt dus schemering waargenomen. Men noemt deze schemering de astronomische, ter onderscheiding van de burgerlijke, die veel korter duurt en gerekend wordt te eindigen, als de veldarbeid moet gestaakt worden. Dit heeft reeds plaats als de zon 6°,5 onder den horizon gedaald is.De zon beschrijft bij hare schijnbare dagelijksche beweging eene baan evenwijdig aan den Equator en daar deze laatste op lage breedte een meer loodrechten stand op den horizon heeft dan op hooge breedte, zal in het eerste geval, de zon dus spoediger 6°,5 onder den horizon gedaald zijn dan op hooge breedte, waar de zon een schuinere baan ten opzichte van den horizon beschrijft. De schemering duurt dus onder de keerkringen korter dan in Nederland. Men meent echter dikwijls, dat in de keerkringen de duisternis plotseling invalt na het ondergaan der zon, doch de schemering duurt langer dan men gewoonlijk onderstelt. Te Paramaribo, gelegen op 5° 49 N.B., is de hoek, dien de baan van de zon maakt met den horizon, 84° 1', en de zon besteedt in deze baan, om 6°5 te dalen, 26 minuten, dat dus den duur der schemering aangeeft. Op Curaçao is deze tijd iets langer en op de Bovenwindsche eilanden duurt de schemering ongeveer 27 minuten, terwijl zij in Nederland in herfst en lente 42 minuten duurt, in den winter 52 min. en in den zomer 59 min.
Wat hierboven is gezegd voor de ondergaande zon is, natuurlijk in omgekeerden zin, ook geldig voor de opkomende zon.
V.D.S.L.