In vroeger eeuwen, toen de schepen nog niet met het moderne geschut toegerust waren, was het bij een zeegevecht mogelijk en veelal de gewoonte, om het vijandelijke schip zo dicht mogelijk te naderen, zich met behulp van grote haken eraan vast te klampen en aan boord te springen, om het gevecht man tegen man voort te zetten. Dit zich vastklampen aan een schip noemde men enteren en de haken heetten enterhaken.
In overdrachtelijken zin en dan nog heel populair wordt enteren gebruikt in de betekenis van: een persoon aanklampen, b.v. „Hij heeft me op straat geënterd, om die zaak met me te bespreken.”