is afkomstig van het Griekse woord diokesis. Diocees was in het Romeinse Rijk eerst een district, later een der grote gewesten, door een landvoogd bestuurd, waarin het Romeinse rijk toen verdeeld was.
Vóór Constantijn den Grote heette het ambtsgebied van een bisschop parochie.Later, in den tijd omstreeks Constantijn den Grote, toen, zoals je weet, de Christelijke godsdienst tot staatsgodsdienst werd verheven, kwam de naam diocees langzamerhand in zwang. Ook het gebied van een aartsbisschop heette en heet nog diocees of beter nog aartsdiocees. Nog later heeft de R.K. kerk den naam van diocees ook gegeven aan het gewest, dat in kerkelijke zaken door een bisschop bestuurd wordt.
Diocees (bisdom) is dus de naam van het ambtsgebied, zowel van een bisschop als van een aartsbisschop.