noemt men de voorstelling van het verloop van een of ander verschijnsel, waarbij twee verschillende grootheden gelijktijdig veranderen. Zo kunnen we de snelheid, waarmee je van huis naar school fietst op papier uittekenen, zodat je op elk moment zien kunt, hoe hard je gefietst hebt.
Op het ogenblik, dat je op je fiets stapt, sta je stil en is je snelheid dus 0 K.M. Dit tekenen we als een kruisje in het hoekpunt. Neem nu eens aan, dat je na ½ minuut een snelheid hebt van 10 K.M. per uur. Dan zetten we op het snijpunt omhoog bij ½ minuut en horizontaal bij 10 K.M. een kruisje. Heb je na I minuut een snelheid van 15 K.M. per uur bereikt, dan zetten we op ’t daarbij behorende snijpunt weer een kruisje. Blijf je gedurende twee minuten steeds even snel fietsen, dan zetten we iedere halve minuut verder weer een kruisje op de horizontale lijn van 15 K.M. Omdat je nu vlak bij school bent, houd je op met trappen, waardoor je snelheid vermindert, zodat je na 4 ½ minuten nog slechts 10 K.M. per uur rijdt. Dan rem je een weinig en rijdt na minuut nog maar 2 ½ K.M. per uur. Na 5 minuten sta je dan helemaal stil en krijgen we een kruisje op de nul-lijn bij 5 minuten. Verbinden we alle kruisjes, dan noemen we de lijn, die we gekregen hebben, een diagram en de hele tekening een grafische voorstelling. Je kunt nu met één oogopslag overzien, met welke snelheden je op je fiets gereden hebt.
Zulke diagrammen worden veel gebruikt, o.a. bij locomotieven, waar ze automatisch gemaakt worden en ze dan heel gemakkelijk zijn, om te zien, hoe hard een trein op elk moment gereden heeft.