is een oppervlaktemaat, die zeer veel in ons Indië gebruikt wordt. De grond behoort in Indië aan allen, doch ieder krijgt naar overoud gebruik door de betrokken overheidspersonen een akker ter bewerking toegewezen.
Het Javaanse woord „bahoe” heeft dan ook o.a. de betekenis van arbeidskracht. Een bouw was dus het stuk land, dat één persoon kon bewerken.Je begrijpt natuurlijk wel, dat de oppervlakte grond, die één man bewerken kan, sterk afhankelijk is van den aard van den bodem en dat vooral in een land, waar kustvlakten, berghellingen en hoogvlakten worden gevonden. En daarom verschilde de oppervlakte van de bahoe in de verschillende delen van Java. Naderhand, toen men het woord bahoe algemeen ging gebruiken, werd dat verschil in oppervlakte een grote last. Het Nederlandse Gouvernement heeft toen de maat bouw of bahoe vastgesteld op 500 vierkante roeden, een maat, waar men toen veel mee mat. Dit zegt zo niet veel; duidelijker wordt het, als je weet dat een bouw ruim 0.7 H.A. is (precies 0.70965 H.A.).
