Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Bloedwraak

betekenis & definitie

is een verschrikkelijke gewoonte, die in oude tijden bijna algemeen werd toegepast en nu nog onder natuurvolken en zelfs op sommige plaatsen in Europa, o.a. in Albanië, voorkomt.

Er bestond vroeger onder vele volksstammen een ongeschreven wet, dat wanneer er een moord was gepleegd, de moordenaar en zijn hele familie de misdaad met hun leven moesten boeten. De familie van den vermoorde maakte net zolang jacht op de andere familie, tot zij geheel was uitgeroeid. In de Mozaïsche wet, die in den Bijbel in het boek Exodus staat beschreven, wordt deze wet van bloedwraak uitgedrukt in het bekende gezegde: „Oog om oog, tand om tand.” (Exod. 21 : 24).

In de rechtspraak van de oudste volken werd de moordenaar niet door den Staat gestraft, zoals bij ons ’t geval is; de straf werd helemaal aan de familie overgelaten. Dat hierdoor de vreselijkste toestanden ontstonden, zodat één doodslag soms met het uitroeien van hele families eindigde, kun je gemakkelijk begrijpen.

Toch kon de bloedwraak zich in Europa tot de 16e eeuw handhaven. Toen begon de Staat in dezen de strafoefening alleen aan zich te trekken en begon men overal de bloedwraak krachtig te onderdrukken. Op Sicilië, op Corsica en in de Balkanstaten komt zij evenwel nog steeds voor en de politie is daar niet altijd in staat, de verschrikkelijke gevolgen te voorkomen, temeer omdat de mensen meest op de hand van de wrekers zijn en hen niet gemakkelijk zullen verraden.

Bij de oude Germanen en Kelten heerste oorspronkelijk ook wel de wet der bloedwraak, maar daar gold als vaste gewoonte, dat de moordenaar alleen de gevolgen van zijn daad moest dragen en niet zijn familie. Gewoonlijk kon de misdadiger, wanneer de doodslag niet opzettelijk gepleegd was, de bloedwraak door een losprijs afkopen. _ Ook in de Mohammedaanse wet, dus bij de Perzen, Arabieren, Turken enz. is de afkoop van bloedwraak toegestaan. Bij de Israëlieten werd de „oog om oog”-wet verzacht door de wettelijke bepaling, dat hij, die onopzettelijk een mens gedood had, een toevlucht kon vinden in zes vrijplaatsen in het land Kanaän (Jozua 20).

Bij sommige wilde stammen, b.v. de Dajaks in Borneo, bestaat nog thans de bloedwraak als officiële „rechtsinstelling”.

< >