wil zeggen: onaandoenlijkheid, ongevoeligheid. Mensen kunnen onverschillig zijn voor alles, in een apathisch en toestand verkeren door verschillende oorzaken.
Sommige mensen zijn van hun natuur al, wat men noemt „onverschillige typen”, die door niets in beweging te brengen zijn, anderen worden apathisch door een slechte behandeling, door verdriet of door over-vermoeidheid. In het begin van den wereldoorlog was een Engels regiment door uitputting zó apathisch geworden, dat vele soldaten op het marktplein van een klein Belgisch stadje gingen liggen en niet te bewegen waren, op te staan.Een Engels officier, die bang was, dat zij zouden worden overvallen, kocht in een winkeltje een speelgoedtrom en een tinnen fluitje en begon met een sergeant het pleintje rond te marcheren, al muziek makend.
Wat hij met woorden niet bereikt had, deed de muziek: de soldaten begonnen te lachen en overeind te scharrelen en weldra marcheerden zij weg.
