Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Opperhoofden (Onbekende of Geheime)

betekenis & definitie

OPPERHOOFDEN (De ONBEKENDE of GEHEIME) werden in de V. M. het eerst ter sprake gebragt door het klerikaal systema, echter zonder groot gevolg.

In de 28ste zitting van het Konvent van Wilhelmsbad, werd een brief van de Schotsche Loge Frederik met den gouden Leeuw, te Berlijn, voorgelezen, waarin de Oppermeesters der vereenigde Pruissische Loges meldden: ‘De Berlijner BB. kenden de opperhoofden, die beloofd hadden, in korten tijd het oude Gr.Rituaal, door den eersten oprigter geschreven en door de klerikaten bewaard, uit te geven.’ Deze wenk kon intusschen de vergaderden, die reeds te voren alle onbekende en verborgene overheden plegtig afgezworen en de nieuwe Ritualen vastgesteld en aangenomen hadden, niet tot andere gedachten brengen. Reeds voor de opening van het konvent had BODE dringend gewaarschuwd voor die vermomde oppersten, waarin hij duidelijk den geest der Jezuïten zag, waarbij hij onder anderen zeide: ‘Het zigtbaar streven naar het heerschen over meeningen der BB. is zeker slechts een middel tot bijzondere bedoelingen, zoo als het altijd bij alle vereenigingen geweest is. Men zingt het oude lied van onbekende wetenschappen, van onbekende gelukzaligheid en van onbekende overheden. Sedert 50 jaren heeft dit lied, zoo dikwijls het sterken weerklank vond, diegenen, die daarnaar hoorden uit hunne rust gezongen, zonder dat zij eene andere wetenschap leerden, dan die van door schade wijzer te worden, geene andere gelukzaligheid, dan het geduld en geene andere onbekende overheden, dan die, welker zetel overal en nergens is. Volgens BODE waren het niemand anders dan de Jezuïten, die zich aan het hoofd van eenige Maç. systema's als geheime overheden plaatsten en zich eenen gevaarlijken invloed op de V. M. verschaften, waarvan hij zich zelven op grond overtuigde.

Het was natuurlijk dat, daar BODE medelid der oudste Loge in Duitschland en getuige was van het bedrog en de geestdrijverij van ROSA, JOHNSON en anderen, hij, een verstandig en verlicht man, ook zeer gemakkelijk hunne geheime plannen ontdekte. Wat hem het eerst op die gedachte bragt, was het zamenbrengen van groote geldsommen in den zevenjarigen oorlog uit alle Loges, en de verzending dier gelden naar Paraguay. Dit en het vlugten der Jezuïten, die in dienzelfden tijd groote bezittingen in dat land aankochten, dewijl zij uit vele Europesche Staten verbannen werden, was de vonk, die in de ziel van BODE het licht ontstak.

Hij ontwikkelde zijne stelling van den invloed der Jezuïten op de V. M., reeds in 1767 schriftelijk tegen den Ridder VAN STRAUS (SCHUBART, Edelheer von dem Kleefelde), en velen stemden met hem in. Gedeeltelijk konden de Katholieke gebruiken bij de aanneming in de zoogenaamde innerlijke Orde, die de sleutel heette der V. M., gelijk ook menige grondstelling der voorafgaande graden, zeer ligt tot zulk een denkbeeld aanleiding geven, te meer, daar, na de verjaging der Jezuïten uit Spanje en Frankrijk, reeds in 1766, het gerucht liep, dat deze groote sommen hadden medegenomen, om in Duitschland de noodige bescherming te vinden, en dat zij zich bij de toen bestaande VV. MM. wilden aansluiten. De zaak verkreeg nog meer geloofwaardigheid, door de overeenkomst van hunne lotgevallen met die der Tempelheeren-Orde.

Ook gaf de, op het einde van 1767, door den opper-hofprediker STARCK opgerigte tak van VV. MM., onder den naam van Fratres Clerici, tot hiertoe onbekend, hiervoor nog meer grond.

< >