[Lat. condensare = dicht maken, samenpersen, van con-, z.a., en densus = dicht]
1 zich verdichten, d.w.z. van gasvormige of dampvormige toestand overgaan in vloeibare toestand door afkoeling en/of samenpersing; (spec. meteorologie) het overgaan van waterdamp in waterdruppeltjes (wolken, mist, nevel e.d.);
2 indampen, spec. van melk (gecondenseerde melk);
3 (fig.) in minder woorden samenvatten, inkorten.