[Fr. complexe, van Lat. complexus = omvatting, van complecti, van plectere = vlechten]
I zn samengesteld geheel; ook: bijeenbehorende gebouwen, blok huizen; (psychoanalyse) samenstel van voorstellingen beheerst door bep. affect (bijv. angstcomplex);
II bn verschillende zaken omvattend, samengesteld; ingewikkeld; complex getal, getal bestaande uit verschillende soorten getallen (bijv. een reëel en een imaginair); complexe verbinding, chemische verbinding waarbij een centraal atoom omgeven is door een aantal andere atomen of atoomgroepen.