De ringmus heeft een voorkeur voor boomrijk agrarisch cultuurland. Vooral aan de rand van dorpen en bij boerderijen is het een vogel die om het huis is aan te treffen. Soms wonen ringmussen in bij ooievaars. Sommige Nederlandse vogels zwerven in de winter rond en kunnen tot in Frankrijk belanden. Maar het merendeel van de broedvogels blijft hier. Te onderscheiden van de huismus door onder meer de roodbruine kop.
Geluid
Zang is een huismusachtig getsjilp. Bekendste roep lijkt een beetje op die van zebravink: nasaal tsjep.
Leefgebied
De ringmus komt vooral voor in kleinschalig cultuurlandschap met bouwland en in dorpen. Vroeger waren ze ook talrijk in bossen en duinen. In een omgeving met veel struikgewas, weilanden met vee en vooral ook oude bomen met enkele holten zijn ringmussen te vinden. Het zijn holenbroeders, die ook profiteren van voor koolmezen opgehangen nestkasten.