Het paapje is een broedvogel van kruidenrijke, open graslanden, die op de grond een meestal goed verborgen nest bouwt. Het voedsel bestaat uit insecten, die vaak vanaf een zitplaats op een hoge plant, een paaltje of prikkeldraad opgespoord worden. Het zijn trekvogels, die ten zuiden van de Sahara overwinteren. In het broedseizoen vertonen beide vogels vaak een opmerkelijk gezamenlijk gedrag; mannetje en vrouwtje zijn voortdurend in elkaars nabijheid.
Geluid
Afwisselende, korte zang met heldere fluittonen en knarsende tonen, vaak met imitaties van andere zangvogels.
Leefgebied
Het paapje is een broedvogel van kruidenrijke, open graslanden die op de grond een meestal goed verborgen nest bouwt. Het paapje broedt ook op heidevelden en in hoogvenen en duinvalleien. De belangrijkste broedgebieden zijn nu de Drentse heide en hooilanden. In de duinen is de soort nagenoeg verdwenen. Paapjes zoeken hun voedsel in de kruidenrijke, structuurrijke weilanden waar ze graag broeden. Langer braakliggende akkers of bouwrijp gemaakte terreinen kunnen soms in deze habitat voorzien.