Kwartelkoningen arriveren in Nederland pas laat uit het overwinteringsgebied, in mei. Ze broeden in terreinen die voldoende dekking bieden, vooral hooilanden in uiterwaarden van de grote rivieren en aanpalende beekdalen. Ook broeden belangrijke aantallen op akkers. Alleen de mannetjes maken tijdens het broedseizoen het raspende 'crex crex'-geluid, wat in een rustige nacht en stille omgeving tot op ruim een kilometer hoorbaar is.
Geluid
Droog, raspend, ritmisch.
Leefgebied
Kwartelkoningen broeden in terreinen die voldoende dekking bieden, vooral hooilanden in uiterwaarden van de grote rivieren en aanpalende beekdalen. Ook broeden belangrijke aantallen op akkers. Bloemrijke hooilanden vormen hét leefgebied van de kwartelkoning. In deze dichte vegetatie vindt de kwartelkoning zijn voedsel, dat bestaat uit emelten, langpootmuggen, eendagsvliegen en meer. Die worden vooral vanaf de grond gepikt. Het is verbazingwekkend zo snel als een kwartelkoning zich door een zeer dichte vegetatie kan bewegen.