Vogelgids van Vogelbescherming Nederland

Vogelbescherming Nederland 2009)

Gepubliceerd op 11-09-2017

Kneu

betekenis & definitie

Kneuen zijn vaak te zien groepjes waarbij de vogels erop los kwetteren. Een man kneu in prachtkleed heeft een fraaie karmijnrode borst en 'baret'. De kneu broedt in lage struiken en struwelen nabij kruidenrijke vegetaties, in allerlei tamelijk open landschappen. Ze broeden vaak half-kolonievormig en zoeken hun voedsel ver buiten de territoria. Nederlandse broedvogels overwinteren in Zuidwest-Europa.

Geluid
Zang gevarieerd, doorspekt met kenmerkende roep. Vaak lang aangehouden. Roep kenmerkend "geknutter".

Leefgebied
De kneu broedt in dichte struiken in allerlei halfopen landschappen. Het talrijkst zijn kneuen in de duinen en in akkerbouwgebieden met hagen, maar ze broeden ook op plekken met jonge aanplant, oude struikheide met opslag en soms stedelijke bebouwing (tuinen, jonge groenvoorziening). Vanuit de liefst doornige struiken ondernemen kneuen in kleine groepjes voedselvluchten van soms drie kilometer maar plekken met een rijk aanbod aan zaden. Vanaf juli vormen zich groepen op voedselrijke plekken.

< >