De grauwe franjepoot zoekt voedsel op een kenmerkende manier. Hij zwemt in ondiep water en pikt met de dunne snavel naar kleine prooidieren. Franjepoten zijn uniek onder de steltlopers omdat ze gelobde tenen hebben. Zeer schaarse doortrekker van de kuststreken, vooral in augustus en september.
Geluid
Scherp, hoog, kwetterend.
Leefgebied
Op trek in Nederland zeer ondiep, voedselrijk, zoet, zout of brak water met weinig vegetatie. Ondiepe binnendijkse plasjes, duinmeren, kwelderplasjes, geulen op wad en strand, ondergelopen bollenvelden. Overwintert op open zee in de tropen. Broedt op arctische toendra in of bij ondiepe plasjes, met veel vegetatie van o.a. zeggen aan de randen.