De dwergstern is een kenmerkende kolonie-broedvogel van kale tot schaars begroeide eilandjes en stranden nabij uitgestrekte, ondiepe en visrijke wateren. In Nederland is de dwergstern terug te vinden in de Delta en in het Waddengebied. Dwergsterns arriveren in april en vertrekken in september weer naar de overwinteringsgebieden voor de kust van West-Afrika. Het voedsel in de broedtijd bestaat uit kleine vis als jonge sprot en zandspiering.
Geluid
Hoog en ritmisch ratelend in de broedtijd.
Leefgebied
De dwergstern is een pionier van kale habitats. In Nederland vrijwel alleen in zoute milieus broedend op rustige schelprijke stranden, zandplaten en schelpenbanken, strandvlakten, opspuitterreinen, hoge kwelders of deels kale schorren. De overgrote meerderheid te vinden in de Delta en Waddengebied, enkele paren ook in het IJsselmeergebied. Ze foerageren op kleinere prooien dan de andere sterns - kleine visjes en garnalen - en liefst binnen zo'n 3 km tot de kolonie.