In de 16de en 17de eeuw komt de krachtterm gans muysen vier en drie voor. Maar ook gants duizend muizen. Men kon vloeken bij al het door God geschapene, en dus zeker ook bij de dieren die God schiep.
De verbinding bij pots muizen, mauzen is een verbastering van de Duitse bastaardvloek pots tausend. Sommigen menen dat hier sprake is van een verbastering van God en duivel. Wat daar ook van zij: telwoorden komen wel vaker voor in vloeken. Men mag wellicht ook aannemen dat getallen in vloeken en verwensingen hyperbolisch gebruikt worden en daardoor de intensiteit van de emotie aangeven.
Eenvoudiger nog is te veronderstellen, dat het telwoord aangeeft hoe vaak de vloek geldt. In de onherkenbaar gemaakte vloek en uitroep gans muisen en (o) gans muizen stuiten wij op een verdere verbastering van het Duitse pots tausend. Als men vergeten is dat tausend een verbastering is van duivel, en men het voor telwoord aanziet, kan dat telwoord heel goed door een ander telwoord vervangen worden.
Zo is gans honderd te verklaren. Gans muizen werd ook wel verlengd tot gans muizennesten, o.a. in de Byencorf der H. Roomsche Kercke [1569] van Marnix van St.
Aldegonde. Soms maken de muizen plaats voor andere dieren: vink, kieviet. In Maastricht komt de verwensing ga wat muis vangen! voor, die wij natuurlijk niet letterlijk moeten nemen.
De emotionele betekenis is veeleer ‘ik ben zo woedend op je dat ik je niet meer wil zien, ik veracht je’.zie bok, das, gans ’, haas, hond, kat, kieviet, koe, koekoek, konijn, kraai, slak, varken, vink, wolf.