Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

Modicack

betekenis & definitie

In Het spel vanden heilighen sacramente vander Nyeuwervaert komt de bastaardvloek hulp Modicacx cracht voor (vs. 1273). En als Moenen in Mariken van Nieumeghen ziet dat Mariken hem op de markt in Nijmegen dreigt te ontglippen, roept hij: “Hulpe Modicack, hoe ic blaecooghende werde; // Dit meysen crijcht berou den balch al vu” ‘Help, Modicack, mijn ogen schieten vuur, Dit meiske krijgt berouw in heel haar lijf (vs. 870).

Diezelfde naam komt nog eens voor als Moenen moet wijken voor de bezwering van oom Ghijsbrecht: “Bi Modicack, moete ic deze verliesen, // Hoe sal ick doergoyt zijn met gloeyende wappers!” ‘Bij Modicack, mocht ik deze kwijtraken, wat zal ik (dan) afgeranseld worden met gloeiende geselriemen!’ (vs. 998). Eligh (1994: 128) concludeert dan: “Moenen roept deze Modicack dus te hulp én hij zweert bij hem, in beide gevallen wanneer hij in een noodsituatie verkeert.

Dit laat de veronderstelling toe dat Modicack met meer macht is bekleed en dus een of meer sporten hoger op de helse ladder staat.” Volgens de Nijmeegse hoogleraar L.C. Michels is de duivelsnaam Modicack misschien een kabbalistische omzetting van ac-dae-mo(n) (TNTL xv, 1927:17).

P. Maximiliaans meent dat de laatste lettergreep in verband werd gevoeld met cacare en Mnl. cac (Ntg. 44,1951:18).

< >