geb. Piotrowska, (Gabryela) poolsch schrijfster, geb. 1860 te Kiwirka bij Luzk; was als tooneelspeelster verbonden aan verschill. schouwburgen te Warschau, Parijs (Théâtre libre, 1889—95), Krakau en Lemberg en stond aan het hoofd van de tooneelschool te Krakau.
Zij schreef eerst een aantal realistische romans in den trant van Zola, vervolgens psychologische studies en feministische, sexehaat kweekende tendenzstukken voor het tooneel. Van haar romans noemen wij: Kaska Karjatyda (1883, een Lembergsche dienstbodenroman, duitsch: Käthe, die Karyatide, Lpz. 1902), Brzedpiekle (Voorportaal der hel, 2 dln., 1895), Fin de siècle ’istka (2 dln., 1897), Jak Ucza (Als de regenboog, 1903). Haar drama's (Afgerichte zielen, Een manspersoon, enz.) verschenen in 8 dln., te Warschau, 1903.