in algemeenen zin, de werkzaamheid van de eene kracht(en) tegenover de andere. Zoo bijv. de natuurwetten, waardoor de werkzaamheid der krachten in de natuur worden bepaald (zie Proefondervindelijke natuurkunde).
In beperkten zin is W. het beschreven recht van de eene partij tegenover de andere. De wetten zijn gegrond op het utiliteitsbeginsel en als zoodanig de uitdrukking van den wil der meerderheid, ’t zij de numerieke of wel de meerderheid door kracht. In een constitutioneelen staat worden de wetten in hare algemeene strekking vastgelegd in de grondwet en nader geregeld door bijzondere wetten, die benoemd worden naar het gebied, dat zij regelen of naar den hoofdinhoud: Gemeentewet, Burgerlijk Wetboek, Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering, Hinderwet, Drankwet enz. enz.