eigenlijk Karel Theophilus Guichard, militair schrijver, geb. 1724 te Maagdenburg, studeerde in de theologie en philologie, doch trad 1747 als vaandrig in militairen dienst in Holland, en klom 1751 op tot kapitein; kort daarop nam hij ontslag, begaf zich 1754 naar Engeland en wijdde zich daar aan geleerde studiën. In 1757 verscheen zijn werk Mémoires militaires sur les Grecs et les Bomains (2 dln., ’s Gravenhage en Londen, 1757—60), dat de aandacht van Frederik den Gr. op den schrijver vestigde; 1758 werd Guichard in het gevolg van dien koning opgenomen.
Naar aanleiding van een gesprek over de krijgskunst der Romeinen, waarbij Frederik ten onrechte Quintus Icilius in plaats van Quintus Caecilius noemde, gaf de koning aan Guichard den naam Q. I. In 1773 werd hij om zijn werk Mémoires critiques et historiques sur plusieurs points d’antiquités militaires (4 dln.) tot overste bevorderd; hij' overl. 13 Mei 1775 te Potsdam.