Gepubliceerd op 14-03-2021

Pieter janszoon twisch

betekenis & definitie

nederl. godgeleerde, in Friesland leeraar der doopsgezinden, overl. 1636; godgeleerde werken, polemieken, een Woordenboeck en J aer reken mg van de voornaemste geschiedenissen des gantschen aerdbodems (2 dln. Hoorn, 1620), dichtstukken enz.

< >