Nederl. geschiedvorscher, geb. te Den Helder, 10 Jan. 1855, bezocht eerst de school voor meer uitgebreid lager onderwijs zijns vaders, later de latijnsche school te Alkmaar, werd in 1873 student te Leiden, studeerde onder Dozy, Fruin, enz., en promoveerde in 1879 tot doctor in de klassieke letteren, was vervolgens tot 1884 leeraar aan het gymnasium te Leiden, werd in genoemd jaar benoemd tot hoogleeraar aan de hoogeschool te Groningen, en ging in 1891 naar die te Leiden over; B. deed sinds 1866 vele reizen naar het buitenland, om in archieven en bibliotheken nieuwe bronnen voor de geschiedenis van Nederland op te sporen, en onderwees koningin Wilhelmina, en na haar huwelijk den prins-gemaal in geschiedenis; hij is lid van de kon. academie van wetenschappen te Amsterdam, en van vele andere geleerde genootschappen; hij schreef: Eene Hollandsche stad in de middeleeuwen (1882), Eene Hollandsche stad onder de Bourgondische Heerschappij (1881), Geschiedenis van hetNederlandsche volk (deel I—IV, 1899); Aanteekeningen behoorende bij de militaire toetten voor het krijgsvolk te water (1899).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk