Geleerd zonderling, omtrent wiens afkomst niets bekend is; in de 2de helft der 17e eeuw. zwierf hij door Frankrijk, Engeland en de Nederlanden, en hield zich langen tijd in Zeeland op, waar hij in zijn onderhoud voorzag door schoorsteenvegen en messenslijpen en door goochelaarstoeren te verrichten, en zich aan dronkenschap en ontucht overgaf, tot hij in beschonken toestand op ellendige wijze om het leven kwam. Hij was verwonderlijk bedreven in de fransche, engelsche, itah, grieksche en latijnsche talen, en dichtte voor de vuist in deze talen.
Hij schreef Georgarchuntomachia, dat in 1691 met een nederl. vertaling van P. Rabius („Boeren- en Overheidsstrijd") werd uitgegeven.
