(graaf) hongaarsch veldheer, geb. 1518 uit het oud Slavonisch geslacht Subic, dat zich sedert 1347 naar het slot Zrin Z. noemde, onderscheidde zich in de veldtochten tegen Jan Zapolya en sultan Soliman. Hij werd koninklijk schatmeester (tavernieus) in Hongarije, in 1542 banus van Croatië en Slavonië en in 1563 opperbevelhebber der koninklijke troepen aan den rechter Donau-oever en kommandant van Sziget.
In 1566 verscheen sultan Soliman met een groot leger voor deze stad, die door 2500 man werd verdedigd. Na verschillende uitvallen gedaan en groote verliezen geleden te hebben, zag Z. zich genoodzaakt de nieuwe stad in brand te steken; tien dagen later moest hij ook de oude stad ontruimen en trok hij zich met hetgeen van de verdedigers overschoot, 800 man, in het kasteel terug. Toen de Turken acht dagen lang het kasteel vergeefs bestormd hadden, bood Soliman Z. het stadhouderschap over Illyrië en het erfelijk bezit van Bosnië aan, als hij zich overgaf. Maar Z. weigerde en liet zich evenmin bewegen door des sultans bedreiging om zijn eenigen zoon George ter dood te brengen, dien Soliman zeide gevangen genomen te hebben. Toen eindelijk op 7 Sept. het kasteel in brand was geschoten, stormde Z. met zijn overgebleven 600 man naar buiten, maar zonk reeds op de brug van ’t slot, door drie kogels getroffen, ter aarde en werd door de Turken onthoofd. Zijn dappere soldaten, in het kasteel teruggeworpen, vonden den dood in de vlammen; het kasteel echter vloog, toen de Turken er binnendrongen, voor een groot deel in de lucht, waarbij een aanzienlijk aantal vijanden omkwamen.
Voor den uitval had Z. n.1. lonten in de kruitkamers gelegd. Het beleg van Sziget had den sultan meer dan 20.000 man gekost. Door Theod. Körner werd deze heldendaad van Z. gekozen tot stof voor zijn beste dramatische werk Held Zriny.
Andere bekende leden van het geslacht Z. zijn: Nicolaas Z., 1616—64, die in 1649 banus van Croatië werd, zich onderscheidde in de oorlogen tegen de Turken en naam maakte als dichter in de hongaarsche taal, o. a. door het epos Zrinyiade.
Petrus Z., 1621—71, eveneens banus van Croatië, nam deel aan de samenzwering tegen Oostenrijk, werd ter dood veroordeeld en te Weenen terechtgesteld.
Helena Z., 1648—1703, dochter van den vorige, eerst gehuwd met Frans Rakoezy, later met Emerik Tököly; zij verdedigde de vesting Munkacs met weergalooze dapperheid tegen de Oostenrijkers (1686—88) en vluchtte met haar echtgenoot naar Turkije, waar zij overleed.