Gepubliceerd op 17-02-2021

Karl adolf gjellerup

betekenis & definitie

deensch schrijver, geb. 2 Juni 1857 te Roholte op Seeland, was aanvankelijk een aanhanger der realistische school, werd later een tegenstander daarvan; in 1892 vestigde hij zich te Dresden, na reeds te Kopenhagen een bijzondere ingenomenheid met de duitsche kunst aan den dag te hebben gelegd, vooral in het werk: Richard Wagner i hans Hovedvœrk Nibelungens Ring (Kopenh. 1890). Behalve dit werk verschenen van hem de romans: En Idealist (1878), Det unge Danmark (1879), Antigonos (1880), Germanernes Leerling (1882), Minna (1889), Wuthorn (1893), Kong Hjarne Skjald (1893), Ved Grændsen (1897), Minna (1898).

Zijn novellen Romidus (1883), G-dur (1883), Ti Kr oner (1893), Pastor Mors (in het duitsch, 1894), Das Brief couvert (1898), evenals zijn reisschetsen: En klassisk Maaned (1884) en Vdndreaaret (1885) kenmerken zich door frischheid en vloeienden stijl; in zijn drama’s (Brynhild, 1884, St. Lust, 1886, TJiamyris, 1887, Hagbardog Signe, 1888, Hans Excellence, 1895, Gift og Modgift, 1898) neemt G. meestal de Grieken tot voorbeeld. Eindelijk heeft men van hem een bundel gedichten: Min KjcerligJicds Bog (Kopenh. 1889).

< >