Gepubliceerd op 23-02-2021

Johan luzac

betekenis & definitie

nederl. geleerde, geb. 1746 te Leiden, werd aldaar in 1768 tot doctor in de rechten bevorderd en zette zich als practiseerend advokaat te ’sGravenhage neder. In 1772 keerde hij naar Leiden terug om deel te nemen aan de uitgave van de ,,Gazette de Leide”, die door zijn vader Jean en zijn oom Etienne L., sedert 1738 werd uitgegeven.

Deze courant verkreeg onder de medewerking van L. een europeeschen naam. Hij' bleef aan deze arbeiden ook nadat hij in 1785, in plaats van Valckenaer, hoogleeraar in de gr. taal en in de vaderl. gesch. te Leiden was geworden. Toen L. zich deed kennen als een voorstander der zoogenaamde aristocratische patriotten, werd hem in 1796 het onderwijs in de vaderl. geschiedenis ontnomen, waarop hij ook zijn ontslag nam als hoogleeraar in de gr. letterkunde. Hij wijdde zich nu geheel aan zijn philologische studiën en aan de uitgave van eenige door Valckenaer nagelaten geschriften. In 1802 werd hij in zijn hoogleeraarsambt hersteld. L. kwam in 1807 bij de ramp van Leiden om.

Zijne Leetiones Atticae werden na zijn dood uitgegeven. Van zijn geschriften verdient inzonderheid vermelding zijn redevoering De Socrate cive, door hem in het nederd. met aanteekeningen uitgegeven onder den titel Socrates als burger beschouwd (1797).

< >