Gepubliceerd op 20-01-2021

Jan ten brink (1771)

betekenis & definitie

Nederl. letterkundige, geb. te Amsterdam, 8 Sept. 1771, studeerde te Leiden, nam levendig deel aan de omwenteling van 1795, was in 1796 praeceptorderlatijnscbe school te Harderwijk, in 1799 rector, in 1804 hoogleeraar in geschiedenis, welsprekendheid en grieksche letterkunde aan de hoogeschool aldaar, werd bij de opheffing dier hoogeschool rector aan de latijnsche school te Haarlem, en in 1815 hoogleeraar in de oude letterkunde te Groningen, waar hij 2 Oct. 1839 stierf.

< >