Gepubliceerd op 23-02-2021

Heydt

betekenis & definitie

(August, vrijheer von der) pruisisch staatsman, geb. 15 Febr. 1081 te Elberfeld, was onder Manteuffel minister van handel, nijverheid en publieke werken, 1866—69 minister van financiën, en overl. 13 Juni 1874.

Heyligers, (Julius Cornelis Theodorus) geb.

1850 te Zalt-Bommel, promoveerde te Leiden in 1874 tot doctor in de rechten, op proefschrift De dronkenschap uit een strafrechterlijk oogpunt beschouwd, vestigde zich te Tiel als advokaat en werd achtereenvolgens benoemd tot subst.-griffier, subst.-officier, audi- teur-militair, lid van den Raad van Justitie te Semarang, lid en secretaris der staatscommissie van arbeids-enquête, referendaris, chef der afdeeling arbeid en fabriekswezen aan het departement van waterstaat, handel en nijverheid, hoogleeraar in koloniaal privaat- en strafrecht aan de indische instelling te Delft en is thans rechter in de gemengde rechtbanken in Egypte. Voornaamste werken: Het politiewezen in Nederland, Tracés de portugais dans les principales langues des Indes Orientales Néerlandaises, Prae-adviezen voor de Ne- derlandsche en de Ned.-Indische Juristenver- eeniging, onderscheidene opstellen in „Themis”, „De Indische Gids”, het „Weekblad van het Recht”, „De Economist”, de „Recueil pratique de droit comparé”.

< >