1) grieksch lolograaf, uit Milete, voorlooper van Herodotus, leefde omstreeks 550—476 v. Chr., beproefde tevergeefs de Ioniërs af te houden van den opstand tegen de Perzen en wist, na het mislukken daarvan, van den perzischen stadhouder Artaphernes te verkrijgen dat de ionische steden haar autonomie terug ontvingen (494).
Evenals Herodotus, en vroeger dan deze, bereisde hij een groot gedeelte der toenmaals bekende wereld; de vrucht daarvan was een geographisch en een geschiedkundig werk in het ionische dialect; van deze beide boeken, waarbij ook een wereldkaart gevoegd was, die vooral van de westelijke landen bericht gaf, maakte Herodotus veel gebruik. In zijn geschiedkundig werk: Genealogieën, heeft hij in hoofdzaak slechts de mythen verhaald, welke bij de verschillende stammen en streken in omloop waren. Van beide werken zijn slechts enkele brokstukken overgebleven, welke te vinden zijn in het 1ste deel van Müller’s Fragmenta historicorum graecorum (Parijs 1841). Vergel. Ukert, Untersuchungen iïber die Geographie des FLekatdus (Weimar 1814), Röper, Ueber einige Schriftsteller mit Namen Hekatdus (Dantzig 1877), Berger, Geschichte der wissenschaftlichen Erdkunde bei den Griechen (1ste afd., Leipz. 1887).2) H., wijsgeer en geschiedschrijver uit Abdera, vergezelde Alexander den Groote op zijn tochten en behoorde later tot het gevolg van Ptolemaeus Lagi. Brokstukken van zijn geschriften zijn bewaard gebleven in de werken van Josephus en Eusebius. .