soort van lange schaaf. Ook het gedeelte van een ketting, tros of lijn waaraan getrokken wordt, of dat ,,waardeloos” uitloopt.
Bijv. de V. van den marsschuotketting (een eind touw aan den ketting gesplitst); de V. van de loglijn (het eind tusschen het logplankje en het punt waar de zandlooper — logglaasje — gekeerd moet worden, welk punt door een blauw lapje vlaggedoek wordt aangegeven).