duitsch tooneelschrijver en dichter, geb. 15 Nov. 1862 te Salzbrunn in Silezië, bezocht de kunstschool te Breslau en de hoogescholen te Berlijn en Jena, en vertoeft beurtelings te Schreiberhau in het Reuzengebergte en te Berlijn of Dresden. H. is een der begaafdste vertegenwoordigers van het moderne drama; zijn werken behooren door hun psychologischen diepgang, door hun scherpe observatie en door hun streven naar waarheid, tot de kunstgewrochten der realistische tooneelliteratuur.
Zijn (wegens hunne sociale tendenzen voor het meerendeel heftig aangevallen) dramatische werken zijn: Vor Sonnenaufgang (sociaal drama, Berl. 1889), Das Friedensfest, eine Familiekatastrophe (1890), Einsame menschen (1891), Kollege Crampton (blijspel 1892), Die Weber, Schauspiel aus den vierziger Jahren (behelzende het beloop van een werkstaking onder de wevers in Silezië, in de eerste helft der 19de eeuw), Der Biberpelz (1893, blijspel), met vervolg Der rote Hahn (1901), het dramatisch droomdicht Hannele (1893), waarvoor hem in 1896 de Grillparzerprijs werd toegekend, het historisch treurspel Florian Geyer (1896), het symbolische sprookjesdrama Die versunkene Glocke (1897, door H. Zöllner tot een opera verwerkt), het in 1899 met den Grillparzerprijs vereerde familie-drama Fuhrmann Hentschel (1898), Schluck und Jau (1900), het drama Michael Kramer (1900); verder schreef hij eenige novellen en studies: Der Apostel Bahnwärter Thiel (1892). Zie omtrent H. : Bartels, G. Hauptmann (Weimar 1897), Schlenther, G. Hauptmann (Berl. 1898), Wörner, G. Hauptmann (2de dr., Berl. 1901), Bulthaupt, Dramaturgie des Schaupiels (dl. 4, Oldenb.1900)Zijn broeder, Karl. H., geb. 1858, die zieh aanvankelijk aan de philosophie en de natuurwetenschappen, in het bijzonder aan de biologie wijdde, en het werk Die Metaphysik in der modernen Physiologie (Dresden 1892) in het licht gaf, schreef de tooneelstukken: Marianne (Berl. 1894), Waldleute (Stuttg. 1896), Sonnenwanderer (Berl. 1897), Ephraims Breite {ald. 1900), Die Bergschmiede (1901), benevens een verzameling verzen en losse gedachten, verschenen onder den titel: Aus meinem Tagebuch (Berl. 1900).
