(Sir) reiziger, geb. 1737 te Galway, ging in 1762 als geneesheer naar W.-Indië, werd hier secretaris van lord Macartney, gouverneur van het eiland Grenada, en vergezelde dezen naar O.-Indië, toen hij het stadhouderschap van Madras aanvaardde. Daar onderscheidde hij zich vooral hij de vredesonderhandelingen met Tippo Saib, waarvoor de O.-Indische compagnie hem, bij zijn terugkomst in Engeland, in 1784 een jaargeld toezegde.
Hij vergezelde als legatiesecretaris lord Macartney, toen deze in 1792 als gezant naar China vertrok; na zijn terugkomst gaf S. een beschrijving dezer reis uit, onder den titel: An authentic account of an rmbassy from the king of Great-Britain to the emperor of China (1797, 2 dln., met kaarten en platen). S. stierf te Londen in 1801.Zijn zoon, George Thomas S., een beroemd reiziger en kenner der chineesche taal en letterkunde, in 1781 te Salisbury geb., vergezelde in 1792 zijn vader naar China, werd in 1799 bij de factorie der O.-Ind. compagnie te Canton aangesteld. In 1816 vergezelde hij als koninklijk commissaris lord Amherst, die als gezant naar Peking ging. In 1817 verliet hij China. Hij vertaalde het strafwetboek van het chineesche rijk in het engelsch. Ook schreef hij Miscellaneous notices relating to China enz., en in het chineesch een geschrift over de koepokinenting, dat hare invoering in China ten gevolge had. Sedert 1818 was hij bijna voortdurend lid van het parlement. In 1852 onttrok hij zich aan alle staatsbetrekkingen en stierf in 1859.
