een der Kleine Antillen, behoorend tot het britsche gouvernement der Windward-eilanden, ten n. van Trinidad, telde in 1901, met het tot G. gerekende deel der Grenadinen, 63.438 inw., en is 430 km.2 groot. G. is over het geheel vulkanisch; meerdere kraters zijn thans met water gevuld; warme bronnen en aardschuddingen herinneren aan het vulkanisch karakter van het eiland.
De bergen zijn met bosch bedekt en zeer vruchtbaar; het eiland brengt groote hoeveelheden cacao, suiker, katoen en specerijen en ook een weinig tabak, koffie en indigo voort. Hoofdstad is Saint-George, met ongeveer 5000 inw. en een ruime haven, een der beste van geheel West-Indië; aan de oostkust liggen Granville, Saint-David en Sauteurs, in het n.w. Charlotte (Gayave).
