hertog van AnhaltCöthen, geb. 25 Juni 1769, zoon van vorst Friedrich Erdmann van Anhalt-Plesz (zie Anhalt), trad in 1786 in pruisischen krijgsdienst, onderscheidde zich in 1792—94 in de veldtochten aan den Rijn, bestuurde van 1798—180G de vaderlijke goederen, trad daarop weer in actieven dienst, werd na den slag bij Jena met zijn regiment naar de oostenrijksche grens gedrongen en op boheemsch gebied door de oostenrijkers ontwapend, verliet daarop weer voor korten tijd den dienst, huwde in 1816 met gravin Julie van Brandenburg, dochter van koning Friedrich Wilhelm II, en aanvaardde in 1818, nadat zijn neef, hertog Ludwig, gestorven was, de regeering over het hertogdom Anhait-Cöthen ;
F., die sterk onder den invloed stond van den te Leipzig zetelenden oostenrijkschen consulgeneraal Adam Mtiller, ging in 1826 met zijn vrouw* te Parijs tot het katholicisme over, waarop hij den lateren jezuiten-generaal Beckx tot zijn biechtvader koos. Hij overl. 23 Aug. 1830 te Cöthen.