Gepubliceerd op 20-01-2021

Francijntje de boer

betekenis & definitie

Nederl. dichteres, geb. te Harlingen, 18 Oct. 1784, uit ongegoede ouders, werd reeds op 10-jarigen leeftijd van school genomen, trad in den dienstbaren stand, werd later te Heerenveen huishoudster en opvoedster der kinderen van den heer S. Tuymelaar, en overleed 7 Maart 1852; in 1815 gaf zij een bundel gedichtjes in het licht, getiteld: Dichtproeven, in 1821 een tweeden bundel: Nieuwe Dichtproeven, in 1822 hare Gedichtjes voor kinderen, die door Clavareau in het franscli werden overgezet, in 1823 haar Gedichtjes voor behoeftige kinderen.

< >