gemeente in Friesland (arrond. Leeuwarden, kantonshoofdplaats), tusschen de Zuiderzee en de gemeente Barradeel, bevat de stad H. en naaste omgeving, heeft een oppervlakte van ruim 100 hectare, en telde 1 Jan. 1902: 10.356 inw. (w.o. 5900 nederl.herv., 1400 r.-kath., 200 israël., verder doopsgezinden, christ.-gereform. enz.), Kiesdistrict, zie volgend artikel; personeele belasting 6de klasse.
De stad H. (friesch: Harns), aan de Zuiderzee, 5 uren w. van Leeuwarden, aan de spoorlijn H.—Leeuwarden (27 km.), aan de tramlijn Sneek—Bolsward—H., is de voornaamste havenplaats van de provincie en heeft regelmatig stoomvaartverbinding met Amsterdam, Helder, Huil en Londen; de Harlinger-Trekvaart stelt het in gemeenschap met Franeker en Leeuwarden. De stad is regelmatig gebouwd, heeft een door groote sluizen tegen hoogen vloed beschermde binnenhaven en een buitenhaven voor groote schepen, en werd in 1870—77 van nieuwe havenwerken voorzien. Onder de gebouwen moeten vermeld het raadhuis (1730—33 gebouwd), met toren en in de vestibule een monument voor den geschiedschrijver Simon Stijl (van L. Roijer), staande tusschen twee modellen van sluiswerken, de Groote of Nieuwe kerk, de grootste en mooiste kruiskerk 'der provincie, en de Westerkerk, een deel van het voormalig kasteel van H. Het mooiste deel der stad ligt besloten tusschen de Noorderhaven en de Voorstraat. Nabij de stad, op den zeedijk (onder Almenum) de z.g. steenen-man, een gedenkteeken voor den spaanschen gouverneur Caspar de Robles (in 1774 vernieuwd).
H. heeft een gemeentelijke hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus, een kostelooze burgeravondschool, een zeevaartschool; het is de zetel van verscheidene consulaire ambtenaren. Hoofdmiddelen van bestaan zijn scheepvaart en handel (op Engeland en Noorwegen alsook op het binnenland), en eenige industrie. Er is voorts een kantongerecht gevestigd, welks rechtsgebied zich uitstrekt over de gemeenten Barradeel, Franeker, Franekeradeel, H. en Terschelling.
H. is ontstaan uit een gehucht tusschen de staten van de geslachten Harliga en Harns; vroeger had het vestingwerken; in 1462 werd het geteisterd door een zwaren brand; in 1496 viel het den Groningers in handen; in 1572 verliet het de sjiaansche zijde; in Nov. 1776 richtte een watervloed er groote verwoestingen aan; kort daarop braken ernstige burgertwisten uit, die in 1787 een blokkade door de patriotten van Franeker tengevolge hadden. 14 Oct. 1863 had de opening plaats van de spoorverbinding met Leeuwarden.