ital. revolutionair, geb. te Maldola 1819, overl. te Parijs 1858, studeerde in de rechten te Bologna, werd lid van het „Jonge Italië”, nam deel aan den opstand in de Romagna (1843). Naar het Bagno te Civita Vecchia gezonden (1844), kwam hij in 1846 vrij en nam in 1848 deel aan de verdedh ging van Venetië en in 1849 aan die van Rome.
Hij werd in Hongarije gevangen genomen, naar Mantua gebracht en ter dood veroordeeld, doch wist te ontkomen en deed in 1858 te Parijs een aanslag op het leven van Napoleon III. Met zijn medeplichtigen Pieri, Rudio en Gomez gevat, onderging hij met eerstgenoemde de doodstraf. Van • zijn geschriften verdienen vermelding: De kerkers in Oostenrijk en Italië en Politieke gedenkschriften.