Gepubliceerd op 23-02-2021

Cornelis van der linden

betekenis & definitie

geb. te Dordrecht 24 Aug. 1839. Nauwelijks 5 a 6 jaar oud gelukte het hem een tweede stem te vinden bij de liedjes, die hij op de school had geleerd; met 10 jaar organiseerde hij uit familieleden een koor, waarvoor hij een en ander componeerde en dat hij leidde.

Een en ander trok weldra de aandacht der muzikale autoriteiten in Dordrecht, waardoor hij in staat werd gesteld theoretisch (Böhme) en practisch onderricht op piano (Kwast), fluit (Ludwig) en hobo (Nothdurft) te ontvangen. Daarop vertrok hij naar Antwerpen, waar hij twee jaar aan de opera werkzaam bleef en de grond werd gelegd voor zijn muzikale ontwikkeling op dramatisch gebied. Vandaar ging hij naar Luik, later naar Brussel en ten slotte naar Parijs, waar hij onder Charles Gounod een hoogere ontwikkeling in die richting erlangde. Na vele omzwervingen in het buitenland keerde hij naar zijn geboorteplaats terug en werd daar weldra directeur van het harmonie- en symphonie-orkest, benevens van de zangvereeniging en liedertafel aldaar. Gedurende zijn functie als 1ste secretaris der Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging leidde hij twee luisterrijke muziekfeesten en gaf elk jaar drie groote concerten, hoofdzakelijk gewijd aan Nederlandsche componisten; ook voerde hij kleine opera’s op, w.o. Teniero, een zangspel door hem zelf gecomponeerd, en begon hij de compositie eener opera Catharina en Damhert.

In 1888 trok L. naar Amsterdam als eerste kapelmeester aan de Nederlandsche Opera en bracht aldaar het laatstgenoemde werk met groot succes voor het voetlicht, terwijl ook een groote historische opera, Leidens ontzet, van hem werd opgevoerd. In 1894 meende hij wegens verschil van inzicht zelf de leiding der Ned. Opera in handen te moeten nemen. Na in 1894/95 met Rienzi, Vliegende Hollander en Tannhduser het repertoire te hebben verrijkt, kwam in 1896 met Lohengrin de opera tot hoogeren bloei, en bereikte in 1900 en 1901 haar hoogtepunt. In 1903 legde L. echter de leiding der Opera neer en ging een rondreis in Amerika maken. Behalve zijn drie hierboven genoemde opera's heeft hij een aantal werken voor groot orkest, voor gemengd- en mannenkoor met orkest, liederen, aria’s, koren a capella enz. geschreven.

< >