Gepubliceerd op 18-03-2021

Cola di riënzi

betekenis & definitie

of Riënzo, eigenlijk Nicola Lorenzo Gabrini, beroemd als wederoprichter eener romeinsche republiek 1347 en tyran van Rome 1354, geb. 1313 als zoon van een romeinsch herbergier. Tegenover de geweldplegende baronnen, die zijn broeder doodden, nam hij den titel van „consul der weduwen en weezen” aan en liet zich door de guelfische vijanden van den heerschenden adel met anderen tot paus Clemens VI naar Avignon zenden, dien hij trachtte te bewegen, naar Rome terug te keeren.

In 1344 naar Rome teruggekeerd trachtte hij het volk tot oproer aan te zetten, doch eerst de hongersnood van 1347 verschafte hem een grooten aanhang, waarmede hij 20 Mei naar het Kapitool optrok; de senatoren werden verjaagd, de adel vluchtte naar het land en R. nam den titel aan van „tribuun der vrijheid, van den vrede en der gerechtigheid”. Hij oefende strenge gerechtigheid uit en vernietigde het rooverwezen; doch zijn plotselinge opkomst, de vereeniging van bijna den geheelen Kerkelijken Staat onder zijn heerschappij en het valsche gerucht, dat hij een zoon van Hendrik VII was, deden hem tot ijdele praalzucht vervallen. Wel gaf Italië nog gehoor aan zijn oproep tot een algemeene vredesconferentie, doch toen hij Lodewijk van Beieren en Karel IV ter beslechting van hun strijd om den troon naar Rome ontbood en aan de Romeinen het uitsluitend recht der keizerskeuze toekende, keerde de paus zich van hem af en eveneens het volk, waarop een aanval der baronnen tegen hem slaagde; R. vluchtte naar de eenzaamheid en begaf zich later (1350) tot Karel IV, doch deze liet hem gevangen nemen en aan Clemens VI uitleveren (1352); diens opvolger Innocentius VI, die het pauselijk gezag in Italië wilde herstellen, zond hem daarheen met Albornoz, die hem Perugia toewees. Doch R. begaf zich van daar met troepen naar Rome (1 Aug. 1354), om, door Albornoz met den titel van senator van Rome begiftigd, aldaar een weelderige en gewelddadige heerschappij op te richten; hij legde drukkende belastingen op, begon terechtstellingen te houden en dreef aldus het volk weldra aan de zijde van den adel, die hem op het Kapitool insloot. Toen hij in boerenkleeding trachtte te ontvluchten, werd hij vermoord (8 Oct. 1354); zijn lijk werd door het volk mishandeld en verbrand.

< >