(bijvoeglijk naamwoord)
[alg.] zacht, mild, gevoelvol; rustig, gedempt, vaag
[materiaal] buigbaar, slap
[pers.] zachtaardig, geitenwollensokken-; halfzacht, week, slap
- Europa mist straks de boot vanwege halfzacht beleid, aldus de oppositie.